Koninklijke onderscheidingen Delft 2025
In dit 210de ‘lintjesjaar’ is aan acht bijzondere Delftenaren een koninklijke onderscheiding toegekend, uit naam van Zijne Majesteit de Koning. Het gaat om vrijwilligers die zich langdurig inzetten voor organisaties op het gebied van bijvoorbeeld sport, cultuur, religieus leven, natuur of pleegzorg. Of inwoners die heel bijzondere prestaties hebben geleverd voor de samenleving in hun betaalde baan, of in een nevenfunctie. Hieronder leest u welke Delftenaren dit zijn:
Benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau
Bertjan Bosselaar
Verbinder, inspiratiebron en mens met een gouden hart: die typeringen zijn van toepassing op meneer Bosselaar. Hij zet zich al jarenlang in voor de Delftse samenleving. Tijdens zijn professionele leven was meneer Bosselaar al actief als ouderling binnen de protestantse kerk in Delft. Zijn pastorale betrokkenheid, zijn empathische houding en bemoedigende woorden maakten hem geliefd.
Later in de kerk verrichtte meneer Bosselaar ook bijzondere activiteiten, zoals het live vertalen van Nederlandse kerkdiensten naar het Engels voor niet-Nederlands sprekenden. Bovendien bereidde hij samen met zijn partner aanstaande bruidsparen voor op hun huwelijk.
Bij De Jessehof, vervulde en vervult de heer Bosselaar, die inmiddels pensionado is, een flinke lijst aan functies en klussen. Veel Delftenaren kennen De Jessehof als ‘een huiskamer’ voor mensen die eenzaam zijn of geïsoleerd leven. Meneer Bosselaar is er onder meer gastheer, sleutelbewaarder en vertrouwenspersoon.
De heer Bosselaar is iemand die snel een vertrouwensband weet op te bouwen met mensen die in een sociaal isolement dreigen te raken. Hij geeft leiding aan andere vrijwilligers en is aanspreekpunt bij problemen. Daarnaast is hij bestuurslid én zorgt hij ervoor dat de technische zaken op rolletjes lopen. Bovendien werpt hij zich geregeld op als chauffeur voor ouderen en minder validen.
Bij De Jessehof heeft de heer Bosselaar veel fans; ze omschrijven zijn bijdragen aan de samenleving als ‘van onschatbare waarde’.
Benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau
Jan Preuninger
Meneer Preuninger is al bijna zijn hele leven actief voor zijn grote liefde: korfbalvereniging Fortuna. Eerst als speler en al gauw ook als vrijwilliger. Hij vervulde een lange lijst aan functies binnen de club. Daarbij springen zijn rol als hoofdtrainer van de selectie en zijn voorzitterschap het meest in het oog. Ook vandaag de dag is meneer Preuninger nog altijd zo’n twintig tot dertig uur per week actief binnen de club.
Als (voormalig) ondernemer en als vrijwilliger bij Fortuna bracht en brengt hij mensen in beweging. Mobiliteit is de rode draad in zijn leven. Meneer Preuninger haalt altijd het beste in anderen naar boven, zo zeggen naasten en bekenden. Hij weet als geen ander wat ‘samen bewegen en elkaar leren kennen’ kan doen voor mensen.
In de overtuiging dat een korfbalvereniging meer is dan alleen een sportclub heeft hij ook een scherp oog voor mensen die het minder hebben getroffen. Als complexbeheerder biedt hij kansen aan sporters, leerlingen en studenten. Maar ook aan langdurig werklozen en mensen die moeite hebben met structuur in het leven. Jonge asielzoekers krijgen door zijn inzet eveneens de mogelijkheid om bij Fortuna te voetballen.
Voor veel mensen is meneer Preuninger denker én doener. Iemand die op een hartverwarmende manier laat zien hoe je van betekenis kunt zijn voor je directe omgeving.
Benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau
Marieke Rompelman-van Karsen
Help mij het zelf te doen. Die uitspraak staat aan de basis van het Montessori onderwijs en is een van de kernprincipes waar mevrouw Rompelman zeer bekend mee is. Zij gaf volgens deze innovatieve methode les op de Delftse Montessorischool én onderwees Montessori docenten als opleider op de Hogeschool Rotterdam. Ook verzorgde ze als vrijwilliger voor de Nederlandse Montessori Vereniging workshops en lezingen voor studenten, leerkrachten en ouders. Om meer mensen kennis te laten maken met deze onderwijsvorm reisde mevrouw Rompelman daarnaast naar het buitenland en ontving ze buitenlandse gasten.
Na haar pensioen zette mevrouw Rompelman haar ervaring in het onderwijs in om de nieuwe generatie te inspireren. Zo is ze tot op de dag van vandaag vrijwilliger bij de Stichting Vermeer Centrum Delft, het informatiecentrum over Johannes Vermeer. Daar leidde ze jarenlang de werkgroep educatie en bedacht ze speurtochten, lespakketten en meer om groepen kinderen te leren over Vermeer. Ze leidt zelf ook schoolgroepen met veel enthousiasme door het centrum.
Daarnaast is ze gastvrouw bij het Museum Paul Tetar van Elven. In dit huismuseum van deze kunstschilder en verzamelaar uit de negentiende eeuw verzorgt ze ook workshops en lessen. Bijzonder is dat ze een multi-zintuigelijke rondleiding ontwikkelde voor mensen met een beperking.
Benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
Renske Oldenboom
Vanaf 1996 tot aan haar emeritaat vorig jaar was mevrouw Oldenboom studentenpredikant in Delft. Zij deed al die jaren véél meer dan je vanuit haar functie mocht verwachten. Zij stond altijd voor studenten klaar. Als verbinder, als trooster én als aanjager van hun persoonlijke ontwikkeling. Zij was voor vele studenten een steunpilaar in een belangrijke, vormende periode van hun leven. Een soms strenge, maar altijd liefdevolle steunpilaar.
Mevrouw Oldenboom was ook zeer betrokken bij MoTiv: het centrum voor persoonlijke ontwikkeling van de TU. Doel van dit centrum is om studenten - en ook medewerkers - uit te dagen op het gebied van zingeving en motivatie. Mevrouw Oldenboom had veel goede ideeën om het welzijn van de jonge Delftenaren te verbeteren. Zo leerde zij besturen van studentenverenigingen om prettiger met elkaar samen te werken. Daarnaast coachte zij besturen waarin die samenwerking even niet zo lekker liep. Ook organiseerde zij rouwgroepen voor studenten die een dierbare hadden verloren. Diverse betrokken collega’s stellen dat dankzij mevrouw Oldenboom geestelijke zorg nu een vast onderdeel is binnen de TU.
Naast al haar werk voor studenten in nood deed zij nog meer. Zo was zij van 2010 tot 2015 lid van het bestuur van de Stichting Kerk en Wereld. Daarnaast was zij zeven jaar lang penningmeester van de Vereniging van Contextueel Werkers. Toen het bestuur opstapte na een conflict, bleef zij actief om de financiën op orde te houden. Zo was mevrouw Oldenboom van grote waarde voor veel mensen in een moeilijke situatie.
Benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau
Jan Paul Peters
Delft heeft een opvallend en prachtig monumentale synagoge, midden in het historische hart van de stad. Dit bijzondere gebouw kent een roerige geschiedenis en is behouden gebleven dankzij de inzet van meneer Peters. Vanaf de opening in 1862 was de synagoge een ontmoetingsplek waar in volle vrijheid het Joodse geloof kon worden beleden, totdat de Duitse bezetting daar bruut een einde aan maakte. In de oorlogsjaren 40-45 zijn 142 Joden uit Delft weggevoerd en vermoord, slechts enkelen overleefden de oorlog.
In 1952 kocht de gemeente Delft het gebouw. Die liet het in 1974 restaureren en vestigde er de gemeentelijke muziekschool in. Toen de muziekschool in 1990 verhuisde, kwam de synagoge weer leeg te staan en wilde de gemeente er afstand van doen. Ondergang dreigde. Dát was het moment waarop meneer Peters ingreep.
Hij richtte de Stichting tot Behoud van de Synagoge op, werd secretaris van de stichting en wierp zich vol overgave op als redder van het gebouw. In 1996 kocht de Stichting de synagoge en organiseerde het een grondige renovatie. Sinds 2003 vinden er weer diverse joodse en culturele activiteiten plaats; de joodse gemeente in Delft groeit gestaag. Ook gaan de deuren regelmatig open voor bezoekers waaronder groepen scholieren.
Sinds 2023 is meneer Peters ook voorzitter van de Vereniging van Vrienden van de Synagoge. In die rol levert hij een belangrijke bijdrage aan de organisatie van het culturele programma. En met de activiteiten wordt de Stichting tot Behoud van de Synagoge financieel ondersteund.
Benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau
Adri Tetteroo-Akkerman
Al 50 jaar is mevrouw Tetteroo actief voor voetbalvereniging SEP. Samen met wijlen haar man werd ze in de jaren ’70 lid. Later gingen ook haar dochter en zoon voetballen. Zo was het hele gezin Tetteroo elke week te vinden bij SEP. Mevrouw Tetteroo ontwikkelde zich tot een allround vrijwilliger die allerlei taken oppakte.
Ze coördineerde onder meer de planning van verschillende teams en coachte een dameselftal. Ook ontving ze de tegenpartij bij thuiswedstrijden. En ze begeleidde de ‘pupil van de week’ waarbij een jeugdlid centraal staat. Zelfs buiten de club ging het vrijwilligerswerk door. Zo bracht ze het clubblad rond om kosten te besparen voor de vereniging.
SEP staat voor Sport En Plezier. En dat plezier brengt mevrouw Tetteroo volop naar de club. Zo organiseerde zij de familiedag en hielp ze bij andere festiviteiten. Zoals de kindermiddagen van de Sepneuten, de carnavalstak van de vereniging. Ook draaide mevrouw Tetteroo elk weekend bar- en keukendienst om alle hongerige voetballers van een hapje en een drankje te voorzien. Soms ging dat om grote hoeveelheden. Zo bakte ze op één dag 80 kilo friet bij het schoolvoetbaltoernooi!
Benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau
Rob Doorduijn
Meneer Doorduijn zet zich al heel zijn leven in voor zijn medemens. Hij is een sterk bewogen persoon die veel méér doet dan het gewone. Hij doet en deed betaald en onbetaald werk op zijn eigen, bescheiden manier. Vrienden en bekenden weten vaak niet half waar hij allemaal bij betrokken is of is geweest. Hij loopt niet te koop met wat hij doet.
Meneer Doorduijn was tot zijn pensionering in 2015 werkzaam als leerkracht in het bijzonder onderwijs bij Kentalis. Hij werkte van 1977 tot 2000 als vrijwilliger bij de evangelische boekwinkel Bijbel-In aan de Voldersgracht. Hij was er onder meer bestuurslid en voorzitter. Sinds 2011 is hij in diverse functies vrijwilliger bij de Protestantse gemeente Binnenstad-Vrijenban. Ook is hij voorzitter en organisator van de interkerkelijke, wekelijkse bidstond Bidden voor Delft in de Nieuwe Kerk. Dit werk doet hij sinds 2021.
Hij laat elke dag zien dat hij betrokken is bij de mensen en de stad Delft. Hij doet dat door mensen te helpen, zorgen te delen, zorgen te verlichten en precies de juiste troostende woorden te spreken als dat nodig is. Hij doet zijn werk met grote betrokkenheid en streeft ernaar soms ingewikkelde zaken in harmonie op te lossen. Hij is er altijd voor de medemens.
Benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau
Ank Heijn-Papousek
Mevrouw Heijn werkte jarenlang als verzorgende bij Stichting Maatschappelijke Dienstverlening. Na een dwarslaesie belandde zij in een rolstoel. Maar de drang om anderen te helpen, bleef. Mevrouw Heijn ging daarom verder als vrijwilliger bij de stichting waar zij hielp bij de zorg voor terminaal zieken.
Zij werd een onmisbare kracht bij de Delftse Gehandicapten Vereniging. Ze organiseerde evenementen en activiteiten, was gastvrouw en regelde praktische zaken. Vanuit deze vereniging zorgde zij er mede voor dat er rateltikkers kwamen bij oversteekplaatsen in Delft. Daarmee werd Delft een stukje toegankelijker voor blinden en slechtzienden. Ook heeft zij als lid van de Delftse Scootmobiel Club veel avontuurlijke ritten uitgezet en begeleid.
Mevrouw Heijn is al meer dan veertig jaar vrijwilliger bij Ipse de Bruggen. Vanaf 1982 bezocht zij hier bewoners met lichamelijke en verstandelijke beperkingen. Ze deed boodschappen met bewoners, nam ze mee op stap, hielp bij het eten en ondersteunde de verpleging. Dat deed zij allemaal vanuit haar rolstoel. Zelfs nu – op 93-jarige leeftijd – bezoekt mevrouw Heijn Ipse de Bruggen nog wekelijks. Met liedjes van vroeger en een luisterend oor brengt zij herkenning, warmte en aandacht.
Ondanks haar eigen uitdagingen heeft zij altijd haar positieve instelling, vrolijkheid en oprechte aandacht voor de ander behouden.

Uitleg ridderorden
Ieder jaar ontvangen in Nederland ongeveer 4500 inwoners een lintje, oftewel een koninklijke onderscheiding. Zij hebben zich bijzonder of uitzonderlijk verdienstelijk gemaakt voor de Nederlandse samenleving. De uitreikingen vinden voor een groot deel plaats tijdens de jaarlijkse lintjesregen, ter ere van de verjaardag van Zijne Majesteit de Koning.
Er zijn verschillende graden van onderscheidingen. Zo’n 3000 vrijwilligers worden jaarlijks benoemd tot lid in de Orde van Oranje-Nassau. En dat is een hele eer. Een benoeming tot Lid gebeurt als iemand, in het algemeen, lokaal actief is. Bij personen die worden benoemd tot Ridder gaat het vaak om verdiensten met een regionale of zelfs landelijke uitstraling en betekenis.
Personen die benoemd worden tot Officier in de orde van Oranje-Nassau hebben met hun bijzondere verdiensten vaak een landelijke of zelfs internationale uitstraling of betekenis. Nederland kent naast de Orde van Oranje-Nassau ook de Orde van de Nederlandse Leeuw. De meest uitgereikte graad in de Orde van de Nederlandse Leeuw is Ridder. Deze wordt uitgereikt aan personen die op internationaal niveau een autoriteit zijn op het gebied van de wetenschap, kunst, cultuur en literatuur. Meer informatie: www.lintjes.nl.
Wie verdient nog meer een lintje?
Is er iemand in uw omgeving die volgens u, net als deze Delftenaren, een lintje verdient? Draag deze persoon dan voor! Want prachtige prestaties en goed werk mogen niet onopgemerkt blijven: deze betrokken inwoners verdienen erkenning voor wat ze hebben gedaan.
Kent u iemand die u wilt voordragen? Indienen van een voorstel kan tot 15 juni 2025. Hoe u dat doet en welke voorwaarden gelden, vindt u op de landelijke website www.lintjes.nl. U kunt ook persoonlijk contact opnemen met Sandra van Vianen via representatie@delft.nl of bellen naar 14 015. Kijk voor meer informatie ook op www.delft.nl/lintje.