Loon en uitkering, hoe werkt dat?
U ontvangt een bijstandsuitkering, omdat u (tijdelijk) geen of weinig eigen inkomsten heeft uit bijvoorbeeld betaald werk. Door de uitkering bent u verzekerd van een minimum inkomen.
Als u bij een baas werkt voor uw geld, heet dat loon. Als u daarmee minder verdient dan het sociaal minimum kunt u extra geld krijgen. U krijgt dan bijstand zodat u niet minder heeft dan het sociaal minimum.
Als u de bijstand krijgt kunt u wijzigingen in uw situatie of inkomsten online doorgeven.
Bijstand en werken voor loon
Krijgt u meer loon dan de uitkering die u nu heeft? Dan stopt de gemeente de uitkering. U heeft nu genoeg loon om normaal van te leven.
Gaat u aan het werk en krijgt u minder loon dan uw uitkering? Misschien mag u een deel van uw inkomsten houden bovenop de uitkering. Dit omdat er ook vrijlatingsregelingen zijn die langer duren dan 6 maanden.
Hoe worden inkomsten gekort?
- U heeft een melding gedaan bij de gemeente dat u gaat werken.
Als u nog geen loonstrook heeft ingeleverd, maakt de gemeente een inschatting hoe hoog uw inkomsten zijn. Dit bedrag houdt de gemeente in op de uitkering. Als u de eerste loonstrook opstuurt, gaat de gemeente kijken of het goede bedrag is gekort. Als er teveel is gekort, ontvangt u dit geld terug. Als er te weinig is ingehouden, doet de gemeente dit alsnog.
- U heeft geen melding gedaan bij de gemeente en levert achteraf een loonstrook in.
De gemeente rekent dan uit op hoeveel uitkering u recht heeft. U heeft nu in één maand de hele uitkering en loon ontvangen.
Let op!
Bewaar het extra geld goed! U heeft dus een dubbel inkomen. Een deel van uw uitkering gaat u daarom terugbetalen.
De gemeente kort altijd uw netto-inkomsten, dus wat u echt als loon krijgt van uw baas. Het maakt niet uit hoe vaak uw baas betaalt. Betaalt uw baas per week of vaker per maand? De gemeente kijkt altijd naar wat u echt krijgt in één maand.
Liever één inkomen op een vast moment?
Heeft u een uitkering en gaat u daarnaast werken? Dan ontvangt u op verschillende momenten inkomsten in de maand. Dat kan lastig zijn. Vooral om het overzicht te houden. Om het u makkelijker te maken kunt u meedoen met de Surplus-regeling.
Met de Surplus-regeling maakt de gemeente uw inkomsten (loon en uitkering) elke maand in één keer aan u over. Op een vaste datum. Zo weet u elke maand waar u aan toe bent.
Zo werkt het:
- Op de betaaldatum van de uitkering ontvangt u van de gemeente in één keer uw loon. En uw aanvullende uitkering.
- Uw werkgever maakt uw loon over op een speciale rekening van de gemeente. Het kan zijn dat in dit bedrag ook vergoedingen zitten. Zoals een reiskostenvergoeding.
- Om dat te kunnen nakijken heeft de gemeente uw loonstrook nodig. U stuurt deze elke maand naar de gemeente op.
- De gemeente betaalt de vergoedingen zoals de reiskostenvergoeding aan u na.
- Het bedrag aan inkomsten verwerkt de gemeente in de eigen administratie. U ontvangt een overzicht van deze berekening.
Wilt u meedoen? Neem dan contact op met uw werk- of inkomensconsulent.
Vakantiegeld
De gemeente kort vakantiegeld dat u krijgt bij uw loon, op uw uitkering. Dat kan ook vakantiegeld zijn wat uw baas apart heeft gezet en u nog niet heeft ontvangen. Dit staat op uw loonstrook. Krijgt u vakantiegeld uitbetaald? Dan zal de gemeente dit niet verrekenen.
Van de bijstand die u krijgt zet de gemeente het vakantiegeld apart. U krijgt dat één keer per jaar in de maand mei.
Op het overzicht van uw uitkering kunt u zien hoeveel loon is gekort. Controleer dat elke maand goed!
Reiskosten
Krijgt u geld voor reiskosten van uw baas? Dat hoort niet bij uw nettoloon. De gemeente trekt het dus ook niet af van uw uitkering. Soms krijgt u ook geld voor andere kosten die u heeft voor uw werk. Vraag bij uw consulent na of die worden gekort op uw uitkering.