College presenteert kadernota aan raad

Het Delfts college van burgemeester en wethouders presenteert vandaag de kadernota aan de gemeenteraad. Op de helft van deze collegeperiode stelt het college dat een stevige basis is gelegd en Delft volop in uitvoering is. Ook de komende jaren staan in het teken van uitvoeren en afmaken. Met de financiële ruimte die er nu is wil het college investeren in het versterken van Delft als een vitale, inclusieve en toekomstbestendige stad, met kansen voor alle Delftenaren. 

Belangrijke thema's

Martina Huijsmans, wethouder Financiën: "Samen met de stad werken we aan een Delft dat nu en in de toekomst ruimte biedt om fijn te wonen, leven, ondernemen en ontmoeten.” Het college richt zich op drie noodzakelijke opgaven in de stad: de gebiedsgerichte programma’s Delft-West en Innovatiedistrict Delft en de Energietransitie. Daarnaast zet het college stevig in op belangrijke thema’s als armoede en wonen en het uitvoeren van projecten, zoals museum Prinsenhof.

Nu investeren en uitvoeren

De komende jaren heeft het college nog financiële ruimte om te investeren. Dit komt door geld dat de gemeente van het Rijk krijgt voor specifieke opgaven in de stad. Dankzij gezamenlijke inspanningen met de regio, de stad en andere partners ontving Delft deze incidentele middelen, zoals de Regio Deal, het Volkshuisvestingsfonds en de Woningbouwimpuls. Daarmee investeert Delft de komende jaren in verduurzaming en het bouwen van betaalbare woningen, bedrijfsruimte en voorzieningen. Daarnaast gebruikt de gemeente eigen geld voor het uitvoeren en afmaken van lopende projecten zoals museum Prinsenhof, fietsparkeerplekken en vervanging van Delftse buitensportvelden.

Oog voor de toekomst

Vanaf 2026 zijn de verwachtingen echter anders. Vanaf dan ontvangen gemeenten in Nederland structureel minder geld van het Rijk voor het uitvoeren van gemeentelijke taken. Ook Delft verwacht hierdoor vanaf 2026 een tekort op de begroting. Hoe groot dat tekort precies wordt is nog niet met zekerheid te zeggen. Huijsmans: “Dat betekent dat we voor de jaren 2026 en daarna zeer voorzichtig moeten zijn en scherpe keuzes moeten maken in wat we wel en niet kunnen doen. Om ons voor te bereiden op een toekomst waarin minder geld beschikbaar is, is in de kadernota 2024 een handelingsperspectief opgenomen voor het opvangen van tekorten. We onderzoeken daarin welke maatregelen nodig zijn. Deze werken we verder uit in de komende programmabegroting.” Samen met andere gemeenten en de VNG blijft Delft ook met het Rijk in gesprek voor voldoende financiering van gemeentelijke taken.

Halverwege collegeperiode

Deze kadernota markeert de helft van de collegeperiode. De afgelopen jaren hebben raad en college hard gewerkt aan een gezond, veilig en inclusief Delft, dat kansen biedt voor iedereen. Met ruimte voor wonen en aandacht voor duurzaamheid en energiebesparing. Er zijn belangrijke stappen gezet op het gebied van bereikbaarheid en veiligheid, de economische kracht en duurzaamheid van de stad. De komende jaren wil het college vasthouden aan die ontwikkelingen en inzetten op dat wat verbetering vraagt. 

Belangrijke stappen waren onder meer de publicatie van de Armoedenota, die inzet op bestaanszekerheid voor jong en oud. En de totstandkoming van de Woonvisie, waarmee Delft inzet op gemengde wijken en betaalbare, gezonde woningen. De komende jaren staan in het teken van het uitvoeren van deze plannen. In het landelijke Herdenkingsjaar Slavernijverleden stonden we ook in Delft uitgebreid stil bij ons slavernijverleden. Een markerend moment was het excuus dat het college op 19 december 2023 maakte voor het slavernijverleden van de stad, na uitgebreid onderzoek. Dit moment vormde het startpunt om samen met de stad de excuses een vervolg te geven. 

Delft werkt aan betere bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad. Met meer ruimte voor groen, lopen en fietsen en ontmoeten. Onderdeel daarvan is het uitbreiden van het autoluwe gebied in de binnenstad. Delft investeert in de economische kracht van de stad en een bruisend Delft. Een mooie ontwikkeling hierin is de vaststelling van het definitief ontwerp voor een duurzaam en toekomstgericht museum Prinsenhof eerder dit jaar. 

Ook in het uitvoeren van de drie grote opgaven zijn grote stappen gezet. Zo zijn er in Delft-West een Alliantieraad en een programmabureau ingericht, die aan de slag gaan met het gebiedsplan en uitvoeringsplan. Samen met de provincie Zuid-Holland, de MRDH, TU Delft en ondernemers werkte de gemeente aan plannen om Innovatiedistrict Delft de komende 20 jaar tot een aantrekkelijke plek te maken om te werken, wonen, leren en ondernemen. Ook de energietransitie is volop in ontwikkeling. Zo hebben we met alle betrokken partijen het investeringsbesluit genomen om te komen tot de aanleg van het warmtenet in Voorhof en Buitenhof. Hierop kunnen 6000 huurwoningen worden aangesloten. Daar gaan we eind 2025 mee beginnen. Dan is naar verwachting ook de transportleiding WarmtelinQ afgerond. 

Samen maken we de stad

De komende jaren zet Delft zich in om zichtbaar en toegankelijk te zijn in de wijken. Huijsmans: “Om onze vraagstukken en opgaven te realiseren is samenwerking met andere partijen essentieel, zowel lokaal, regionaal als landelijk. We faciliteren en stimuleren verbinding tussen inwoners, organisaties en gemeente. Daar gaan we de komende tijd ook extra in investeren. Het is belangrijk dat we leren van elkaar en van de ervaringen die we opdoen, bijvoorbeeld in Delft West. Goede voorbeelden en werkwijzen gebruiken we ook in de rest van de stad.” 

Gemeenteraad besluit in juni 

In juni bespreekt de gemeenteraad de kadernota met financiële voorstellen. Als de raad ermee akkoord gaat, is dat de basis voor de begroting die de gemeente gaat opstellen voor 2025 en verder.