‘We liggen mooi op koers’

Martina Huijsmans, wethouder financiën, ruimtelijke ordening en mobiliteit

”Het college heeft een stevige basis gelegd voor de versterking van Delft. Met daarbij een verantwoord financieel plaatje. We richten ons op een paar grote, noodzakelijke opgaven: de gebiedsgerichte programma’s Delft-West en Innovatiedistrict Delft en de Energietransitie. Daarnaast investeren we flink in de thema’s armoede, wonen, mobiliteit en de uitvoering van projecten, zoals museum Prinsenhof.

In Delft staat een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving voorop. Met ruimte voor wonen en werken, ruimte voor groen, frisse lucht, wandelen, fietsen en ontmoeten. Daar hebben we de afgelopen jaren belangrijke stappen in gezet. En gaan we ook de komende tijd in investeren. 

We werken hard aan een betere bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad. En investeren in nieuwe verbindingen die de bereikbaarheid van gebieden vergroten, zoals in Delft-West en het Innovatiedistrict Delft. We blijven het gebruik van de fiets stimuleren, als alternatief voor de auto. Zo investeren we in de verkeersveiligheid door voetgangers en fietsers meer ruimte te geven in het verkeer. 

Bijvoorbeeld met fietsstraten en 30-kilometer-zones. En door samen te werken met de stad. Zoals in de proef Veilige Schoolomgeving, waarin we samen met kinderen, ouders en leerkrachten oplossingen bedenken om de verkeersveiligheid rond scholen te verbeteren. 

Het autoluw maken van de binnenstad en het invoeren van nul-emissie-zones dragen straks ook bij aan de leefbaarheid van de stad. Ook blijven we investeren in dienstverlening die toegankelijk is voor iedereen. Dat vraagt maatwerk waar dat mogelijk is. Daar werken we aan, bijvoorbeeld met het online hulpmiddel Bereken uw recht of het Belastingsteunpunt in het stadskantoor.

Veel plannen voeren we de komende tijd versneld uit. Dat kunnen we doen, omdat we extra geld hebben gekregen van het Rijk voor de specifieke opgaven in de stad. Tegelijk kijken we natuurlijk ook goed vooruit. Vanaf 2026 ontvangen gemeenten namelijk structureel minder geld van het Rijk. Dat gaan we ook in Delft voelen. Hoe groot het tekort wordt, weten we nog niet precies. Maar we houden nu al rekening met verwachte tekorten vanaf 2026, om nare verrassingen te voorkomen. 

Het handelingsperspectief in deze kadernota betekent dat we goed uitzoeken welke keuzes we moeten gaan maken als er straks minder geld is. En wat we nog wel en wat niet kunnen doen. In roerige tijden moet je het fundament goed bewaken en ik denk dat we daar in Delft goed in slagen. We liggen mooi op koers.”