‘Als het nodig is, helpen we elkaar’

Tijdelijk uit de roulatie? Even niet in staat om je onderneming draaiende te houden? Dan kan deelname aan een broodfonds uitkomst bieden, een collectieve voorziening voor arbeidsongeschiktheid, dóór en vóór ondernemers. Je vindt ze in heel Nederland, ook in Delft. 

Judith van der Knaap is zelfstandig kapster. Daarnaast geeft ze yogalessen en weerbaarheidstrainingen aan kinderen. Leen Pakvis (rechts op de foto) is oprichter van Traumaloket Nederland en Gaston Badoux is eigenaar van Molen de Roos. Samen met nog 48 andere Delftse ondernemers – van huisschilder tot ict’er en van architect tot sportschoolhouder – nemen zij deel aan Blauw Brood, een broodfonds van en voor Delftse ondernemers. 

Goudeerlijk

Het idee van een broodfonds is zo oud als de spreekwoordelijke weg naar Rome. Ondernemers storten elke maand een vast bedrag op een eigen rekening die ze van het broodfonds hebben gekregen. Dat geld blijft altijd eigendom van de ondernemer. En wie tijdelijk niet kan werken, krijgt maximaal twee jaar van alle deelnemers van zijn of haar rekening een maandelijkse schenking. Tot het moment dat de boel weer op de rit is. “De eerste keer dat ik er over hoorde, had ik direct een wow-gevoel”, laat Leen weten. “Ik twijfelde geen moment. Het is een club van goudeerlijke mensen waarvan je weet: als het nodig is, helpen ze elkaar.”

Ondernemende stad

Gaston was betrokken bij de oprichting van Blauw Brood. “Belangrijke eis voor een broodfonds is dat je met minimaal 25 deelnemers start. Dat aantal hadden we in Delft snel bij elkaar, het was geen enkel probleem. Misschien ook wel omdat veel ondernemers elkaar toch al min of meer kenden. Je komt elkaar vaak tegen. En veel startende ondernemers komen voort uit de technische universiteit. Delft is wat dat betreft best wel een ondernemende stad.”

Judith: “Het gaat in een broodfonds om vertrouwen. En om elkaar kennen. Leen is al dertig jaar klant van mij. Hij vroeg mij of Blauw Brood iets voor mij zou zijn. Dat vertrouwen en de onderlinge solidariteit spreken mij heel erg aan. Als je ziek bent, ben je ziek. Je hoeft niets te bewijzen. Er komt geen dokter aan te pas. Het is je eigen verantwoordelijkheid of je een beroep wilt doen op het fonds. Wij geloven het als iemand zegt dat hij of zij tijdelijk niet kan werken.”

Supergezond

Leen: “Je bepaalt ook zelf op welke manier je denkt het snelste weer aan het werk te kunnen. Dat accepteren we. Of in mijn geval: ik gedoog het haha. Al ben ik het er totaal niet mee eens. Maar zo werkt het. Er is geen discussie en geen gezeik. Wil je dat niet, dan moet je niet meedoen. Maar we kunnen ons niet voorstellen dat je je eigen mensen belazert. Ons ziekteverzuim is het laagste van Nederland. Blauw Brood is dan ook supergezond.”

Presentatie

Judith: “We komen vier keer per jaar bij elkaar. Twee keer voor een borrel en twee keer voor de algemene ledenvergadering. Dan bespreken we met het bestuur de voortgang van het broodfonds en wat er de komende tijd moet gebeuren.  En we vragen je om een keer voor alle leden een presentatie over je bedrijf te geven. Zo komen we meer van elkaar te weten.”

Netwerken

Gaston: “Daarnaast zijn deze bijeenkomsten natuurlijk ook heel goed om te netwerken. Als je iemand zoekt met bepaalde kennis of vaardigheden, kijk je als eerste naar de ondernemers in je eigen broodfonds. Ook op die manier zorgen we voor elkaar. Een broodfonds is eigenlijk één groot sociaal netwerk. Je kunt er als ondernemer altijd op terugvallen.”

Meer weten? Kijk dan op de landelijke website van het Broodfonds.

Tekst: Marcel de Wit | Foto's: Erwin Dijkgraaf

Blauw Brood
Gaston Badoux, Judith van der Knaap en Leen Pakvis.