‘Nu investeren in toekomstbestendige stad’
Martina Huijsmans, wethouder Financiën, Ruimtelijke ordening en Mobiliteit
“De afgelopen jaren is hard gewerkt aan een financieel stabiel Delft. Dat zie je terug in deze begroting, waarin Delft er in 2025 financieel goed voor staat. Wij vinden het belangrijk nu geen dingen weg te bezuinigen die de stad echt nodig heeft. Nu investeren in de stad is ook nodig om Delft nu en in de toekomst te versterken. Tegelijk moeten we ook goed blijven nadenken om de juiste keuzes te maken. De verwachting is namelijk dat alle gemeenten vanaf 2026 minder geld krijgen van het Rijk.”
“Bij de inrichting van de openbare ruimte blijven we de voetganger op nummer 1 zetten. We investeren in verkeersveiligheid en meer ruimte voor wandelen en fietsen in het verkeer. Want lopen en fietsen is gezond, duurzaam én goed voor het milieu. Verder gaan we de omgeving bij basisscholen anders inrichten, zodat iedereen veiliger naar school kan. Zo werken we samen met zeven Delftse scholen om daar onoverzichtelijke verkeerssituaties aan te pakken. In de binnenstad komen meer fietsparkeerplekken en fietsstallingen. Zo wordt het nog aantrekkelijker om de fiets te pakken, voor een boodschap of een bezoek aan het historische centrum.”
“Delftenaren gaan zien dat we verder bouwen aan onze stad. Bijvoorbeeld bij het project op de hoek van het Zuideinde en de Abtswoudseweg. Daar werkt de gemeente met bewoners samen en bespreken we hoe de nieuwe woningen het beste bereikbaar zijn en hoeveel groen er moet komen in de buurt, maar bijvoorbeeld ook hoe bewoners denken dat de vuilniswagen het beste kan rijden. Nu al samen overleggen is belangrijk. Het maakt het makkelijker om tot een goede uitvoering van bouwprojecten te komen.”
“Ook onze dienstverlening gaan we verder verbeteren. Zo hebben we begin oktober op het stadskantoor aan het Stationsplein een loket geopend waar iedereen met een vraag terechtkan. Er zijn veel Delftenaren die zich online prima redden, maar er zijn ook bewoners die niet alles kunnen of willen regelen via internet. Ze hebben liever persoonlijk contact. Wie komt, krijgt altijd antwoord en hulp. Want je moet ervan uit kunnen gaan dat de overheid je op weg helpt als dat nodig is.”
